Diepe transformatie gaat ongetwijfeld gepaard met zelftwijfel, onzekerheid, niet- weten en een gebrek aan vertrouwen. In jezelf, maar ook in het verloop van het proces waar je middenin zit. Het is soms lastig het grote geheel te overzien. Te zien waar je transformatieproces goed voor is. Wat de bedoeling is. Waar het je brengt. Wat het je oplevert. En vooral, wanneer het voorbij is. Van tijd tot tijd is het tasten in het duister. Raden waar je je bevindt. Graaien naar houvast. Dat je vervolgens nergens buiten jezelf vindt.
Een transformatieproces is voor de meesten een periode van veel schakelen. Schakelen tussen ratio en gevoel, tussen denken en innerlijk weten, tussen je oude ‘ik’ en nieuwe ‘ik’, tussen loslaten en je een weg in het onbekende banen, tussen een hoop ruis in je leven kwijtraken en jezelf verloren voelen in de leegte en tussen AM en FM. Vooral dat laatste zorgt voor een hoofd vol ‘watten’, een hoop twijfel, een troebele blik en je op een nieuwe manier uitdrukken, die vreemd is voor je omgeving, maar dat ook voor jou zelf nog vreemd is.
Het is dan net alsof je altijd op FM was afgestemd en je nu ineens AM hebt ontdekt. Je tussen die twee heen en weer gaat. Soms blijf je even op één frequentie om vervolgens om de haverklap aan de knop te draaien. Heen en weer. Waarbij je op elke frequentie de wereld op een andere manier ziet en beleeft. Het is schakelen tussen denken en voelen. Alsof ze het maar niet eens kunnen worden. Het hoofd ‘ziet’ angst. Het gevoel ervaart vertrouwen. En die twee kunnen elkaar razendsnel afwisselen, maar gaan inderdaad maar moeilijk samen.
En al dat heen en weer schakelen, neemt de tijd die het nodig heeft. In het dagelijks leven, op de werkvloer, en ook als ondernemer, kan dat proces kwetsbaar voelen. Welke frequentie je je ook bevindt, aan de kant van ratio of gevoel, aan de kant van angst of (zelf)vertrouwen, aan de kant van troebel water of kristalhelder water of aan de kant van AM of FM; ratio snapt er niets meer van. Het gevoel kent die (zelf)twijfel niet, maar wordt ook het minst begrepen door de veelal rationele wereld om je heen. Het is alsof je een andere taal spreekt. Op dat moment besef je ongetwijfeld dat je je bevindt in een uitdagende situatie. Meer je nieuwe zelf kunnen zijn, vraagt van jou dat je jezelf geeft, wat je van de buitenwereld hoopt te krijgen.
Dat betekent dat je voor jezelf een ‘safe space’ bent. Dat lukt alleen als je jezelf niet afwijst, veroordeelt of in de steek laat. Het betekent dat je geen helderheid afdwingt als die er eventjes niet is. Maar dat je jezelf volledig stort in het koude bad dat ‘niet-weten’ vaak is. Het vraagt van jou dat je bevestiging en validatie bij jezelf zoekt en je jezelf geruststelt als je al die onzekerheid maar lastig vindt. Het vraagt ook om niets uit de weg te gaan. Te zitten met jezelf in het pikkedonker. Met alles wat nog niet helder voor je is. En te erkennen dat tijdelijk troebel zicht, geen reden voor verzet is.